Het veilig registreren en delen van gegevens is essentieel, zowel voor de zorgvrager als voor de zorgprofessional. Een betere gegevensdeling vergroot de efficiëntie in de zorg en draagt bij aan de continuïteit van de zorgverlening, waarmee het een positieve impact heeft op de patiëntveiligheid.
Nog voor de invoering van de GDPR (General Data Protection Regulation), liet het decreet van 25 april 2014 zorgverleners toe om (persoons)gegevens van de zorgvragers met wie een therapeutische relatie of zorgrelatie bewezen kan worden, elektronisch te delen met andere zorg- en hulpverleners. Uiteraard is de deling niet onbeperkt en onbegrensd, maar gaat het om het delen van gegevens uit het elektronisch medisch of zorgdossier die relevant zijn voor de zorg van hun zorgvrager. Delen om te delen, kan bijgevolg niet.
Een belangrijk gegeven is het patiëntendossier waarin administratieve, sociale en gezondheidsgegevens over de patiënt worden bewaard. Dit dossier staat centraal en valt steeds meer in handen van de patiënt omdat sinds 2002 de patiënt het recht heeft om inzage te krijgen in zijn medisch dossier en dus ook het verpleegdossier. Dit toont meteen het belang aan van het verpleegdossier, net als de bescherming van de gegevens die het bevat.
Naast de inzage in het dossier, kan een patiënt zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Zowel het recht van toegang voor de zorgverlener als het delen van gegevens met een vertrouwenspersoon, valt onder gegevensdeling.
De GDPR stelt dat een zorgverlener persoonsgegevens over de patiënt of andere betrokkenen enkel maar mag verzamelen, bewaren of verwerken wanneer hiervoor een rechtmatigheidsgrond bestaat. Ook zal de zorgverlener slechts gegevens kunnen toevoegen indien hij kan aantonen dat deze gegevens noodzakelijk zijn voor de verzorging. Daarnaast moet de gegevensverzameling proportioneel zijn, wat betekent dat gegevens enkel mogen verzameld worden voor zover ze écht nodig zijn en verzamelen kan enkel in functie van de bevoegdheden van de zorgverlener. Zo zal het verpleegkundig dossier geen medische diagnose bevatten, terwijl dat wel het geval is voor het patiëntendossier bijgehouden door een arts.
Wanneer de Kwaliteitswet effectief in voege treedt, zal het patiëntendossier elektronisch bewaard moeten worden. Dit verzekert een kwaliteitsvolle praktijkvoering en maakt het delen van gezondheidsinformatie snel, gemakkelijk en veilig. Het centraliseren van de gezondheidsgegevens zorgt voor lastenvermindering bij de patiënt én voor de zorgverlener die de (gezondheids)gegevens niet meer zelf over moet maken, waardoor dubbel werk en het risico op fouten verminderd wordt. Dit wordt straks in het elektronisch verpleegdossier van nexuzhealthpro mogelijk gemaakt. Lees er hier alles over.
De verwerking en gegevensdeling kan enkel gebeuren tussen zorgverleners onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar gebonden door een beroepsgeheim of confidentialiteitsverplichting.
Om gegevens te kunnen delen zal de patiënt altijd moet toestemmen om een zorgverlener toegang te geven tot zijn gezondheidsgegevens die door een andere zorgverlener wordt bijgehouden en bewaard. Een vooraf geïnformeerde toestemming van de patiënt is noodzakelijk. Om bewijsreden, is het aanbevolen om over een schriftelijke toestemming te beschikken.
Deze toestemming moet niet individueel per gezondheidsbeoefenaar worden gegeven, het kan ook gaan om een all-in-toestemming waarbij de patiënt instemt dat zijn gegevens verwerkt worden door de gehele praktijk die instaat voor de verzorging.
Een patiënt kan zich niet verzetten tegen de opmaak van een patiëntendossier gezien dit een wettelijke verplichting is, wel kan hij zich verzetten tegen het delen van gezondheidsgegevens met andere zorgverleners door een zorgverlener van toegang uit te sluiten of een eerder gegeven toestemming tot toegang in te trekken. De uitsluiting of intrekking van de toestemming heeft tot gevolg dat de zorgverlener op geen enkele wijze nog toegang heeft tot de gezondheidsgegevens van de patiënt die door een andere zorgverlener wordt bijgehouden, ook niet wanneer de andere zorgverleners van een samenwerkingsverband nog wel een therapeutische relatie met de patiënt hebben en zelfs niet wanneer de uitgesloten zorgverlener zelf een therapeutische relatie heeft met de patiënt. Indien de uitgesloten gezondheidszorgbeoefenaar nog verder gezondheidszorg wil verstrekken aan de patiënt, zal hij hiervoor enkel nog gebruik kunnen maken van de gezondheidsgegevens die hij reeds zelf in zijn bezit heeft.
De patiënt kan de uitsluiting ook moduleren en een zorgverlener uitsluiten van toegang tot een bepaald deel van het patiëntendossier. Wie het meerdere mag, mag ook het mindere en hij hoeft die uitsluiting niet te verantwoorden, de patiënt beslist soeverein.
Een kanttekening daarbij: de eisen van de patiënt moeten inwilligbaar zijn met het oog op een kwaliteitsvolle gezondheidszorg. Daaruit volgt dat in lijn van de geïnformeerde toestemming, de patiënt ook moet worden ingelicht over de nadelige gevolgen van zijn weigering of intrekking. Indien er geen manier meer bestaat om nog op een kwaliteitsvolle manier gezondheidszorg te verstrekken, zal de zorgverstrekker de behandelrelatie met de patiënt moeten beëindigen. Zo niet, komt de aansprakelijkheid van de zorgverlener in het gedrang wegens het voortzetten van gezondheidszorgverstrekking zonder adequate informatie over de patiënt.
Nexuzhealth biedt nu al de mogelijkheid om als patiënt jouw medisch dossier te raadplegen. Dit kan via de website en de app mynexuzhealth. Zo kan de patiënt op 1 plaats zijn volledige medische dossier van alle aangesloten zorginstellingen terugvinden.
Een zorgverlener heeft naast toestemming van de patiënt ook het bewijs van een therapeutische relatie nodig. Met de therapeutische relatie wordt bedoeld een vertrouwensrelatie tussen zorgverlener en patiënt waarbinnen gezondheidszorg wordt verstrekt. Een begrip dat ruim geïnterpreteerd wordt. Het bewijs van het bestaan van een therapeutische relatie kan op vele manieren geleverd worden: door het uitlezen van het e-ID van de patiënt, de beroepsbeoefenaar die deelneemt aan een zorgplan, de gezondheidszorgbeoefenaar die houder is van het globaal medisch dossier of de apotheker die een voorgeschreven farmaceutisch product aflevert.
Samengevat zijn er 5 voorwaarden nodig om toegang te krijgen tot gezondheidsgegevens van de patiënt met het oog op gezondheidszorgverstrekking:
Hou je het graag simpel? De verpleegsoftware nexuzhealthpro heeft het allemaal geïntegreerd in zijn oplossing.
Meer weten over nexuzhealthpro?
Bronnen:
Auteur: Kris Proost