Vanaf 1 januari 2022 zullen alle vormen van medische verzorging zonder therapeutisch doel onderworpen zijn aan een btw van 21%. Dit zal dus niet meer enkel gelden voor artsen, maar ook als ze verstrekt worden door een gereglementeerde medische of paramedische beroepsbeoefenaar. Maar wat betekent dit voor jouw praktijk?
Op grond van artikel 44, § 1, 2° van het Btw-Wetboek zijn onder andere de diensten die door vroedvrouwen, verpleegkundigen en zorgkundigen worden verricht in de uitoefening van hun geregelde werkzaamheid vrijgesteld van de btw.
Het aanrekenen van 21% btw bij esthetische prestaties voor artsen is al langere tijd van toepassing. Het Grondwettelijk Hof heeft in 2019 geoordeeld dat de btw-vrijstellingen voor de andere medische beroepen te ruim werden toegepast. Hierdoor zijn er twee belangrijke wijzigingen:
In de praktijk werd de beslissing genomen in 2019, maar vanaf 2022 wordt het arrest ook wettelijk afdwingbaar. Dit wil zeggen dat vanaf 1/1/2022 alleen therapeutische behandelingen en ingrepen nog vrijgesteld zijn van btw voor alle medische en paramedische beroepen.
Naast de vrijstelling voor de therapeutische verstrekkingen (art. 44 Btw-Wetboek), kan je ook als praktijk een vrijstelling bekomen voor eventuele niet-therapeutische dienstverlening. Kleine ondernemingen (< €25.000 omzet per jaar), ongeacht hun juridische structuur, kunnen hierdoor een vrijstelling krijgen op btw voor niet-therapeutische verstrekkingen. De zorgverstrekkers die willen genieten van deze regeling moeten een melding doen bij het btw-kantoor, een btw-nummer aanvragen en een aan de btw-regels aangepaste boekhouding voeren.
Auteur: Iris In ’t Ven